teksten
Preektekst Kerstnacht 24 december 2011
Als Jezus niet anders was geweest dan een arm kind, bij gebrek aan beter geboren in een stal tussen de beesten, terwijl de ouders eindelijk aan het einde van hun reis waren, zouden wij dan ooit van hem gehoord hebben?
Als het kind Jezus gewoon een leuk een leergierig jongetje was geweest wat heen en weer huppelde tussen de timmerwerkplaats van zijn vader en de geleerde mannen in de synagoge, zouden wij hier dan zitten?
Als de man Jezus gewoon een eigenwijze rondtrekkende leraar was geweest, met het hart op de goede plaats en mooie woorden over God en mensen, zouden we ooit over hem gehoord hebben?
Hoogstwaarschijnlijk niet.
Dan was het heel leuk dat hij er was, dat hij geboren was, dat hij speelde, dat hij leefde, dat hij leerde. Maar dat was het dan ook geweest. Gewoon – of ongewoon – een fijn mens tussen de mensen.
Maar er was meer.

Jezus, zo geloofden mensen in zijn tijd, was de Zoon van God. Een unieke creatie van God. De uiterste poging van God om aan mensen te zeggen: ik ben dichtbij jullie. Zo dichtbij als het kind in de buik van de moeder, zo dichtbij als het vrolijke jongetje in je dorp, zo dichtbij als een leraar die je aankijkt en kent en je de goede weg wijst.
Met gevaar voor eigen leven hebben mensen dit geloofd en beleden. En hun gedachten en woorden zijn een weg gegaan in de geschiedenis. Tot op vandaag.

Jezus was als God, maar hij liep er niet mee te koop. Integendeel. Hij was eerder bediende dan baas van mensen. Hij liet met zich sollen, bewust verzette hij zich niet. Ze hebben hem als een misdadiger gedood en de mensen die hem hadden kunnen redden waren daar te laf voor. En dus gebeurde het. Hij stierf gewelddadig en vol overgave.

Was Jezus volmaakt? Ook dat viel niet op. Als pasgeborene in de kribbe zal hij zelfs de dieren hebben wakker gehouden met zijn gehuil en als kind zal hij kattenkwaad hebben uitgehaald. Als rondtrekkende leraar werd hij boos, moe, verdrietig, geïrriteerd, net als ieder ander. Hoe volmaakt is dat? Of is dat volmaakt in menselijkheid… Iemand als u en ik was hij, een die zo met je meeloopt over straat.

Hij was gehoorzaam. Dat zeker. De taak die hij had gekregen heeft hij volbracht. Niet zonder tranen, niet zonder de vraag of het niet anders kon, maar hij deed het. Mens en God zijn in hem steeds met elkaar in gesprek geweest. Waarom Heer, waarom Vader, waarom zo? En dan ging hij zijn weg zoals God hem die wees.

Als Jezus niet anders was geweest dan een arme baby, een vlot kind, een coole leraar, waren al deze verhalen er niet geweest. En als de verhalen ons niet hadden bereikt stonden wij vanavond niet voor de vraag: Hoe kijken we tegen Jezus aan? Wat vinden we van hem?, Wat is dat meer dat in hem is, waardoor wij over grenzen van tijd en plaats heenstappen en ons met hem bezig houden? Waarom hopen we door hem geraakt te worden?, wat verwachten we van hem?

Het was een stille nacht, een heilige nacht, toen het gekrijs van het pasgeboren kind daar doorheen klonk.
Het was een donkere nacht toen herders, van die bonken van mannen, geraakt werden door goed nieuws dat de wereld voor hen in een ander licht zette.
Ver van huis, net aangekomen in de geboorteplaats van koning David, bracht een jonge vrouw een kind ter wereld.

Op de plaats van de grote koning David werd zijn verre nakomeling – denkend in de lijn van vader Jozef – geboren. En een profetie komt daarmee uit: Bethlehem, ondanks dat je maar een klein dorpje bent zal uit jou iemand voortkomen die in Gods naam koning zal zijn voor Israel en de hele bewoonde wereld en vrede zal brengen.
(Micha 5:1-4a)
De herdersjongen David die koning was geworden, was nog maar het begin geweest. Een andere koning volgde hem op. Net als David: thuis tussen de beesten, maar bestemd voor het grotere werk. Herder te zijn, niet alleen voor een kudde, maar voor massa’s mensen tot aan de einden van de aarde. Koning als een herder te zijn: zorgzaam, oplettend, behoedend. Met als doel: vrede voor mensen en aan God de eer.

Een stille nacht, een heilige nacht. Waarin licht schijnt en rust is. En waardoor de wereld mag weten: God is met ons, God is ons nabij.

Hoe staan wij tegenover zo’n koning?

Jezus. Een kind in de kribbe, een herder, een dienaar. Gedood door de mensen die hij dichter bij God wilde brengen.
God zelf als een kind, een leraar, midden tussen ons.
Een koning die zelfs de dood versloeg.

Is hij onnavolgbaar? Hoog verheven, ver van onze tafel en ons bed?
Of is hij na te volgen, kunnen wij in zijn voetstappen gaan?
Kun je hem alleen maar vereren, verheerlijken, aanbidden?
Of kun je bij hem in de buurt zijn, laat je hem naast je staan en met je meegaan?

Dit kind in de kribbe wil een koning van vrede zijn.
Deze opgestane Heer wil met ons allemaal meelopen.
Door de verwondering, door stille nachten, door het alledaags bestaan wil hij ons raken en onze verwachting waarmaken.

Zo is het: amen.

Lezingen: Filippenzen 2:5-11, Lucas 2:1-20
Gedicht “Twee manieren om tegen Jezus aan te kijken” van Karel Eykman
Nieuwendammerkerk, 24 december 2011, ds. Véronique Lindenburg
Preektekst 18 december 2011
Eindelijk is het zover.
Eindelijk is de zoektocht van het volk van Israel over.
Eindelijk zegt God tegen een mensenvrouw: Jij zult zwanger zijn en een kind baren, ook al heb je er nog helemaal niet op gerekend, jij, meisje, maagd. En je kind zal een groot man zijn en Zoon van de Allerhoogst e worden genoemd, en God zelf zal hem de troon van koning David geven en jouw kind zal koning zijn tot in eeuwigheid.

Eindelijk...
De tijd van wachten, is ten einde gekomen. De zoektocht is voorbij.
De periode van rechters en aardse koningen is afgelopen.
Zij hebben niet het eerste en zeker niet het laatste woord.
God is het die mensen de weg wijst in de nacht.

Simson was een schakel geweest in die lange rij van menselijk proberen te ontdekken wat God met mensen wil. In de zoektocht naar de goede koning ging het immers om het ontdekken van een manier dat mensen goed konden samenleven. Zodat het niet kwaad, niet slecht, maar goed was in de ogen van God.

Simson was de laatste rechter waarover geschreven wordt. Hij begaf zich meermaals onder de Filistijnen, trouwde er en had er lief. De Filistijnen wilden hem klein krijgen zoals ze het volk van Israel klein hoopten te krijgen. Maar deze grote man stond op in de nacht, greep de deurposten van de stadspoort en droeg ze tot een hoge bergtop waar Hebron ze zien kon.

De plaats waar God zijn verbond sloot met Abraham. Waar Abraham, Sara, Isaak en Jakob begraven waren. Kortom: heel Israel was getuige van Simsons kracht tegenover die van de vijand. Deelgenoot van de hoop van het volk op Gods redding

(uit een moedeloos makende situatie.)

uit een moedeloos makende situatie. Van de God die was, die is en die komen zal. De God die leven geeft, de God die bevrijdt.

Die hoop heeft het volk van Israel nooit verlaten. Die hoopt leeft bij het volk tot op vandaag. De weg van het Jodendom is die van het verwachten. De weg van het christelijk geloof getuigt:

De God die was, die is en die komen zal heeft een mensenkind geboren doen worden op de tijd die hem welgevallig was, door een meisje, een maagd. Haar wordt verteld door een engel van de Heer:
ook al heb je er nog helemaal niet op gerekend, jij, meisje, maagd, zult een kind ontvangen. En je kind zal een groot man zijn en Zoon van de Allerhoogst e worden genoemd, en God zelf zal hem de troon van koning David geven en jouw kind zal koning zijn tot in eeuwigheid.

Een koning van liefde en recht. Die mateloos en prachtig mensen troost en leidt.

Wat is een goede koning? Hij die mensen hoop biedt, vrede en genezing als reëel voor ogen stelt en rechtvaardigheid als ieders goed recht. Die mensen aanspoort te leven naar zijn wil, zijn voorbeeld zodat het beter leven wordt, vol respect voor de ander en levenslust. Waaruit blijkt dat er een goede koning is? Dat mensen goed en vredig samenleven, elkaar het licht in de ogen en grond onder de voeten gunnen,
een dak boven het hoofd en vrede tot in eeuwigheid.

“Gegroet Maria, God houdt van je”.
Het jonge meisje schrikt – natuurlijk.
Voor haar geen “eindelijk” maar nieuw begin. Nu al? Is het niet te vroeg?
Neen, het is Gods tijd.

(Want het volk verlangt bevrijding.)
Want het volk verlangt bevrijding. Mensen wereldwijd van alle tijden alle plaatsen zoeken een koning, een rechtvaardig samenleven. En dit kind kan het geven.
En Maria antwoordt de boodschapper van God: “Ja, laat met mij gebeuren wat u in Gods Naam hebt gezegd.”
Eindelijk is de zoektocht van God over. Het volk zou nooit doen wat goed was in zijn ogen, het had een andere koning nodig. Een koning als het volk zelf, een knecht.

“Hij zal een groot man worden, mensen zullen hem Zoon van de Allerhoogste noemen en op de troon van koning David zal hij regeren tot in eeuwigheid.”
Maar als een knecht van het volk, als een dienaar van de hele bewoonde wereld zal hij komen, is hij aanwezig. God uit God, mens uit mens. Daar waar je hem het minst verwacht is hij ontstaan en zo leeft hij nog steeds vooral daar waar we zo makkelijk over hem heen kijken.

Daar waar de dakloze is en de verslaafde, de geslagen moeder, het verwaarloosde kind, de ploeterende vader, het slachtoffer van machtsmisbruik, diegene met een lege maag of die mens die ernaar hongert om gezien te worden, gewaardeerd om wie hij of zij is; de zwakke in een wereld van sterken.

Jezus werd geen koning met een kroon van goud, een troon in een paleis.
Neen, hij was een zwervende leraar, met regelmatig een steen onder zijn hoofd als kussen – of zelfs dat niet; soms zo moe van zijn werk dat hij het water op ging, maar aan de andere kant van het water stonden ze hem weer op te wachten; en ten prooi aan wantrouwen en verdachtmakingen waardoor men hem ten dood zou brengen.

(Een koning als een knecht.)

Een koning als een knecht. Een mens als ieder van ons. Hoe sterk we ons ook wanen. Een koning als God zelf, met al zijn eigenschappen.

Voor heel Israel te zien:
De liefde van God tegenover die van mensen die zo gemakkelijk kwaad doen.
Bevrijding van God in een tijd van onderdrukking en onzekerheid.
Het levende woord tegenover vermoorde letters en vermoeide gebruiken.
De God die was, die is en die komen zal in een mens als iedereen, een knecht als wij allen. Maar een dienaar die leven geeft.

Er wordt een kind geboren, daar waar je het niet verwacht.
De zoektocht is voorbij. In de nacht schijnt het licht.

Wat is een goede koning? Wie aandacht heeft en liefde en mensen respecteert,
God zelf diep in zijn hart draagt en ons dat vrolijk leert. Koning Jezus is God met ons.

Amen.

Lezingen Rechters 16:1-3 en Lucas 1:26-38
“Wat is een goede koning?" kinderlied Adventsperiode 2011
“Wat is een goede koning?”. Kinderlied, 3 coupletten, iedere advenstweek te zingen
Passend bij de lezingen van “De Eerste Dag” voor Adventsperiode 2011
Tekst: Véronique Lindenburg, melodie Wat zijn de goede vruchten, LvdK 252, Willem Vogel

Wat is een goede koning, hoe weet een mens de weg
naar vrede en genezing, voor iedereen goed recht?
Een mensenkind gaat zoeken, dat kan ook heel dichtbij,
het komt soms bij je binnen en jij, ja, wat doe jij?

Verhalen van verwachting, van wanhoop en van hoop,
ze kunnen mensen troosten en bouwen in je hoofd
een beeld van beter leven, van recht voor iedereen.
Zie jij het in een ander en ben jij zelf zo-een?

Wat is een goede koning? Je weet het eig’lijk wel.
Die leven serieus neemt, het is bepaald geen spel.
Die aandacht heeft en liefde en mensen respecteert,
God zelf diep in zijn hart draagt en ons dat vrolijk leert.


Activiteit kindernevendienst:
Verhalen Rechters (5, 9:7-15, 13, 16:1-3)
Kroon: rond papier met emblemen
Embleem 1: armen om je heen
Embleem 2: boom
Embleem 3:baby
Embleem 4:stadspoort
“Licht is onze dag" drempellied Adventsperiode 2011
Drempellied bij het aansteken van de adventskaarsen voor adventszondagen + kerstdiensten 2011,
1 vers per zondag. Kerstnacht alle coupletten. Kerstochtend: vers 5.
Tekst: Véronique Lindenburg , melodie Ubi caritas, Jacques Berthier

1.
Licht in onze nacht, u komt ons zien.
Licht is onze dag, God, u bent nabij.

2.
Licht in onze nacht, duister wijkt.
Licht heeft een gezicht, God, u bent nabij.

3.
Licht in onze nacht, adem haalt
liefde, goede moed. God, u bent nabij.

4.
Licht in onze nacht, donker gaat,
vrede krijgt een plaats, God, u bent nabij.

5.
Licht in onze nacht, komt dat zien!
Licht is onze dag, God, u bent nabij.
“Ga je met me mee?” Kinderstapellied
“Ga je met me mee?” Kinderstapellied 40-dagentijd 2011 Nieuwendammerkerk

1 – Matteus 4:1-11
Ik ben op reis naar het land van mijn dromen.
Open mijn ogen en zie om mij heen.
Niet altijd vrolijk en niet altijd vrede.
Kom ik je tegen, ga je met me mee?

2 – Matteus 17:1-9
Ik ben op reis naar het land van mijn dromen,
Open mijn ogen en zie om mij heen.
O wat een wonder en o wat een vrede.
Kom ik je tegen, ga je met me mee?

3 – Johannes 4:5-26
Ik ben op reis naar het land van mijn dromen.
Open mijn ogen en zie om mij heen.
Mensen zijn aardig en weten van vrede.
Kom ik je tegen, ga je met me mee?

4 – Johannes 9:1-13
Ik ben op reis naar het land van mijn dromen.
Open mijn ogen en zie om mij heen.
Mensen in kleuren en bloemen en bomen.
Kom ik je tegen, ga je met me mee?

5 – Johannes 11:1-44
Ik ben op reis naar het land van mijn dromen.
Open mijn ogen en zie om mij heen.
Tranen gaan over en blij is voor altijd.
Kom ik je tegen, ga je met me mee?

6 (Palmpasen) - Mattheus 21:1-11
Ik ben op reis naar het land van mijn dromen.
Open mijn ogen en zie om me heen.
Jezus komt langs en de mensen zijn vrolijk.
Kom ik je tegen, ga je met me mee?

7 (Pasen)- Johannes 20:1-18
Ik ben op reis naar het land van mijn dromen,
Open mijn ogen en zie om me heen.
Jezus leeft nu en voor altijd en eeuwig.
Kom ik je tegen, ga je met me mee?

Bewerking van “Ik ben op reis naar het land van mijn dromen” van Bonnefooi, 2009, door Véronique Lindenburg, 2011. N.a.v. teksten rooster Eerste Dag en thema “Ontmoeting” van Kind op Zondag
Adventslied 2010
Eens komt de dag
Advent en kerst drempellied 2010
Op melodie Bertram Luard-Selby “Whitsun” (Tussentijds nr. 9 “Wij zoeken hier uw aangezicht”)
Tekst Véronique Lindenburg n.a.v. 4 teksten uit Jesaja voor de Adventszondagen 2010 en Lucas 2:1-18

1.
Jesaja 2:1-5
Eens komt de dag, het licht zelf lokt.
Geweld wordt niet gewild, het stopt.
Amen, halleluja

2.
Jesaja 11:1-10
Eens komt de dag, het recht zelf staat.
Alles wordt anders, niemand doet kwaad.
Amen, halleluja

3.
Jesaja 35:1-10
Eens komt de dag, klank klinkt op.
De weg is recht, die stad is top.
Amen, halleluja

4.
Jesaja 7:10-17
Eens komt de dag, belofte wordt.
Een vrouw, een kind, gerechtigheid wint.
Amen, halleluja

5. Kerst
Lucas 2:1-18
Een woord klinkt op, licht wordt de nacht,
Een goed bericht, wie had dat gedacht!
Amen, halleluja
Liedtekst Een mens in het land
Een mens in het land.
Tekst: Véronique Lindenburg, melodie: psalm 118.

Er gaat een mens door alle landen
door alle tijden, iedr'e plaats
hij brengt zijn woorden en zijn handen
genezen lichamen melaats.
De blinde ogen, stramme benen,
de dove oren – niets blijft stuk.
Er is een weg te gaan naar vrede
hij wijst ons mensen op geluk.

Zijn Naam brengt God in alle landen,
tot in de harten, wereldwijd.
Monden vertalen zich en handen
vinden een nieuwe bezigheid.
Wankel geloof wil zich gaan voeden
met woorden lief en daden goed;
sterke verhalen, stoere daden
zij brengen mensen nieuwe moed.

Jezus, uw leven en uw liefde
zet ons op weg naar nieuwe tijd.
Uren van wachten zijn ten einde,
dagen staan open uitgebreid.
Lof zij u, Heer, die met ons leefde,
lof zij u, God, die ons ziet staan
lof zij u, Geest, die ons bevreesden
de kracht geeft liefde's weg te gaan.

Liedtekst Lieve God
Lieve God
Advent 2008
(tekst: Véronique Lindenburg, mel.: lied 488b, Tera de Marez Oyens)

1.
Geen mens kan vrede laten winnen,
geen mens kan bomen laten staan,
of is er hoop op and're tijden
en ga je mee op zoek naar: waar?

2.
Wanneer wij wachten op bevrijding
uit liefdeloosheid, uit verdriet,
dan is er Iemand die ons aankijkt
en al het lijden met ons ziet.

3.
Wanneer de stormen door ons heen gaan,
het water kolkt, de wereld draait,
dan is er Iemand die ons liefheeft,
die ons gevoel met vrede raakt.

4.
Wanneer wij werken aan nabijheid,
verlossing uit het eenzaam zijn,
dan wordt ons hart met God verenigd
en grove tranen worden fijn.

5.
Zo zoekt die lieve God ons leven
opdat wij éen zijn met elkaar,
samen met hem die ons gemaakt heeft,
o lieve M/mens, ik weet het waar.

Liedtekst Vier vijf vrouwen
Vier vijf vrouwen
Advent 2004, a.h.v. leesrooster Eerste Dag
(tekst: Véronique Lindenburg, melodie: Liedboek voor de Kerken nr. 294 - Leighton George Hayne)

1.
Te wachten op wat komt
is vragen om de dag.
De nacht weet niet waarom,
maar licht heeft overmacht.

2.
Voor iedereen gelijk
is dromen van geluk,
is wachten op de hoop:
het leven in éen stuk.

3.
Tamar nam Juda mee,
ontving hem als haar man.
Niet éen zoon, maar zelfs twee,
God zegende haar plan.

4.
Rachab, vrouw op de muur,
jouw taal behoeft geen tolk.
Je rode draad, het uur
blijkt toekomst voor een volk.

5.
Ruth kwam van ver naar huis,
geen regel hield haar vast.
Bemint een vrouw haar kuis?
De man vindt haar, verrast.

6.
Batseba, jouw soldaat
verloor het in de strijd.
Maar uit het onrecht baar
jij kiem van nieuwe tijd.

7.
Maria, nieuw begin
voor mensen wereldwijd.
We leven ons jou in,
jij geeft ons alle tijd.

8
Wij wachtten op wat kwam,
wij wachten op wat komt.
Wij leven - vrouw en man…
Kind dat op ons toe komt.

Geluidsfragment Het Lied Aarde


preekteksten
liedteksten